Stemmen met de voeten – BBK Magazine #329
1e kwartaal 2018: thema gemeenteraadsverkiezingen
De gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur. Als kunstenaar zul je waarschijnlijk graag je stem willen geven aan die partij die een goed cultuurbeleid voorstaat in de gemeente waar je werkt. Een cultuurbeleid dat verder kijkt dan de waan van de dag, zoals het cultureel ondernemerschap en de kunstenaar als ZZP-er. Een cultuurbeleid dat blijk geeft van het inzicht dat de kunsten méér belang hebben dan iets wat leuk is voor erbij, wat vooral moet vermaken en wat ingezet kan worden voor de citymarketing van de gemeente.
Het wrange aan het mogen stemmen voor een goed cultuurbeleid, is dat verkiezingen toch werken met de macht van het getal. De meerderheid ‘wint’. Als kunstenaar weet je echter allang dat een groot getal niet per se grote betekenis heeft. Je kunt immers veel bezoekers trekken naar een tentoonstelling en toch maar weinig hebben bereikt. Je kunt veel werk maken, maar toch weinig bereiken. Je kunt veel media-aandacht hebben en zichtbaar zijn, en toch weinig betekend hebben. Je kunt veel verkocht hebben en toch met een gevoel van teleurstelling naar huis gaan.
Hoe zit dat nou eigenlijk, de macht van het getal en het belang van de kunsten? “Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert in 1953. En: “er is niet meer bij weinig, noch is er minder.” ‘Less’ is blijkbaar niet altijd ‘more’, maar is meer dan wel altijd minder? Iedere kunstenaar kent het moment waarop het tussen het kunstwerk tegenover je en je intenties spaak loopt. Het blijkt genoeg te zijn volgens het kunstwerk, meer hoeft niet, mag niet. Je gaat je intenties voorbij en je ziet wat je maakte: het ‘afkijken’, zoals Karel Appel dat noemde, moet gaan beginnen.
Maar de politiek ‘kijkt’ niet af, maar rekent af. Daar rekent de meerderheid de minderheid af op haar bescheiden getal. Zijn er teveel kunstenaars in ons land? Is de markt verzadigd? Bereikt de kunst wel genoeg mensen? Maar hoe kun je eigenlijk teveel hebben van iets wat gaat over kwaliteit? Heeft de meerderheid dan echt méér gelijk dan een minderheid? Of is het verwijt van elitarisme dat de kunsten gemaakt wordt, terecht en denken sommigen méér gelijk te zijn dan anderen? Of moeten we misschien heel anders gaan kijken en ook heel andere vragen gaan stellen?
“Things that are applauded might be so for the wrong reasons – not for their innovative kernel but for their conventional shell”, schreef Friezeredacteur Jörg Heiser al in E-Flux Journal nr. 11 in 2009. En: “The value of art is not defined by immediate reaction, it’s true achievement may only be realized much later, in hindsight.”
De waarde en betekenis van kunst kan niet onmiddellijk worden begrepen en hangt niet af van hoeveel applaus zij krijgt. Het gaat om anders leren kijken en om begrijpen. Het gaat over waarom en opdat, niet om hoeveel of om hoe weinig.
Tekst: Ton Kruse (bestuur)