Nieuwe minister van OCW wil gaan investeren in cultuur
Auteur: Ton Kruse, vice-secretaris BBK
Op 12 maart presenteerde minister Van Engelshoven van Onderwijs, cultuur en wetenschappen, haar visie voor haar beleid tot 2021. Ze wil investeren in cultuur en ziet kunst in haar visiebrief als een domein dat zich ‘verzet tegen stilstand’ en dat de samenleving ‘wakker’ schudt.
De minister geeft aan €80 miljoen ‘structureel’ te willen investeren in ‘kinderen al op jonge leeftijd enthousiast maken voor cultuur’ (kunsteducatie, muziekonderwijs en jeugdtheater); ‘Cross-overs stimuleren, zoals ‘Rotterdams Filharmonisch meets Maas’; ‘zorgen dat er eerlijke honoraria worden betaald zodat nieuwe generaties kunnen doorbreken’; en: ‘extra geld (voor) de fondsen en (voor) programma’s voor talentvolle makers’.
Verder geeft de minister van plan te zijn €325 miljoen te willen investeren in erfgoed. Van Engelshoven: ‘Dat wordt onder andere gestoken in het aankoopfonds, om aankopen van nationale betekenis mogelijk te maken. Het gaat naar restauratie en herbestemming van monumenten, er is geld voor onderwaterarcheologie en voor de restauratie en digitalisering van ontwerptekeningen van Nederlandse architectuur.’
Op de infographic van het ministerie (zie afbeelding) bij de visie voor het nieuwe beleid staan acht doelen verbeeldt:
‘alle kinderen kunnen tijdens hun schooltijd een museum bezoeken’;
- ‘nog meer scholen gaan goed muziekonderwijs geven’;
- ‘een sterke culturele sector’;
- ‘investeren in restauratie en verduurzaming van monumenten’;
- ‘investeren in digitale toegankelijkheid van cultureel erfgoed’;
- ‘vernieuwing en talentontwikkeling bij cultuurfondsen’;
- ‘internationaal cultureel profiel’;
- ‘ruimte voor ontwikkeling nieuwe makers’.
Het verschil tussen de genoemde aan ‘€80 miljoen structureel’ voor kunst en kunsteducatie samen, en de €325 miljoen voor vooral erfgoed bedraagt: €245 miljoen. Wanneer de term ‘structureel’ zou betekenen: ieder jaar, dan bedraagt de totale investering in kunsteducatie en kunst voor de komende drie jaar €240 miljoen. Het verschil tussen de investering in erfgoed en die in kunsteducatie en kunst bedraagt in dat geval €85 miljoen. De BBK heeft nagevraagd bij het ministerie hoe we de term ‘structureel’ mogen lezen, en kreeg dit overzicht toegestuurd:
Belangrijk is te bedenken dat de genoemde investering van ‘€80 miljoen structureel’ is bedoeld voor zowel kunsteducatie als voor ‘een sterke culturele sector’. Over de verdeling tussen wat kunst en kunstenaars ten goede zal komen en wat naar scholen, muziekscholen en educatie-programma’s zal gaan is niets gezegd.
Daarbij blijft er een heel groot verschil bestaan tussen de investering voor kunst en kunsteducatie, en de investering in erfgoed. Ook wanneer de €80 miljoen jaarlijks wordt geïnvesteerd.
Tenslotte dreigen vrije of autonome kunsten er nog eens extra bekaaid vanaf te komen doordat er geen onderscheid wordt aangebracht in de beleidsstukken in wat genoemd wordt: de culturele sector. Onder deze sector vallen diverse domeinen, waarbinnen geen onderscheid wordt aangebracht tussen vrije kunsten, toegepaste kunsten en kleinkunst of pop. De vrije kunsten zijn binnen een dergelijke groepering kwetsbaar omdat hierbinnen niet of nauwelijks gewerkt kan worden vanuit vraag en opdracht zoals toegepaste kunsten dat wel kunnen doen. Voor kleinkunstenaars en popmuzikanten bestaat er nog een wellicht wat ruimere markt in het amusement. Met betere regelingen voor zzp-ers, andere ondernemersregelingen en regels voor honoraria zijn vrije kunstenaars daarom nauwelijks geholpen, terwijl de beleidsstukken hier wel vooral op inzetten.
- Lees de visiebrief van minister van Engelshoven hier: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2018/03/12/speech-bij-presentatie-cultuurbeleid-2018-2021
- Lees de uitwerking van de plannen in het regeerakkoord hier: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-onderwijs-cultuur-en-wetenschap/documenten/rapporten/2018/03/12/cultuur-in-een-open-samenleving